Jaren vliegen voorbij, dat weten en merken we allemaal. Sommige periodes vervagen in al die snelheid, maar er zijn er ook die ‘blijven hangen’. Die momenten worden herinneringen die we koesteren, vaak aan terug denken en ons zelfs aan vasthouden op momenten dat dat nodig is. Nu ik er eens voor ben gaan zitten om te kijken hoe het 10 jaar geleden allemaal begon merk ik maar al te goed dat er genoeg momenten vervaagd zijn. Tijd om die jaren eens terug te halen, op papier te zetten en met jullie te delen.

Juli 2010 studeerde ik af als Orthopedagogisch Muziekbeoefenaar aan het Conservatorium in Maastricht. Mijn opleiding duurde een jaar langer dan gepland omdat mijn eindscriptie in eerste instantie over een onderzoek in Uganda zou gaan (waar ik de zomer er voor stage had gelopen). Door de afstand was het moeilijk goed contact te houden met de plaatselijke contactpersonen voor nader onderzoek en uiteindelijk heb ik mijn hele onderzoeksplan overboord moeten gooien. Ik weet nog goed dat ik het heel erg vond Uganda los te moeten laten, maar het echt geen probleem vond nog een jaar langer de deuren van Franciscus Romanusweg 90 in Wyck plat te lopen. De vijf jaren die ik daar heb beleefd zijn jaren die ik nooit zal vergeten. Niet alleen is het een opleiding als geen enkele andere, maar ook het gebouw, de sfeer, lessen, feestjes, vriendschappen, docenten, momenten en ervaringen zorgden voor een groot deel voor hoe ik nu in het leven sta en les geef.

Tijdens dat extra jaar op het Conservatorium had ik tijd om wat meer bij te verdienen. Na de leerzame bijbaantjes bij onder andere de Edah in Eijsden en café ’t Piepke in Mesch werd het tijd om deze bijbaantjes wat dichter bij mijn opleiding te zoeken. (Het was mijn toenmalige schoonfamilie die me een jaar eerder al de kans gaf les te geven aan mijn allereerste leerling, Anne. Ik was toen 20 jaar, ondertussen is zij zelf 20 jaar en heeft ze nog steeds pianoles!)
Ik plaatste een advertentie in de Etalage (plaatselijk weekblad) en ik heb ‘m niet bewaard, maar meer dan ‘..gitaar -en pianolessen aan huis, omgeving Sint Geertruid..’ zal het niet zijn geweest. Het werkte, de bal ging rollen, de tamtam deed zijn werk en al snel ging ik elke dag met mijn Opel Corsa op weg. Ik kwam in Sint Geertruid, Maastricht, Mesch, Mheer, Cadier en Keer, Margraten, De Heeg, Eijsden en Gronsveld; een stuk of 20 adresjes. Geweldig vond ik het! Bij mensen aan huis komen, het lesgeven, maar het ‘on the road’-zijn zeker ook. Raampje open, goede muziek luisteren, mijn avondeten al rijdende opeten, kussentjes en dekens op de achterbank, plantjes op het dashboard, de hele mikmak.

Van jongs af aan riep ik al dat ik 'later als ik groot ben' liefst eigen baas zou zijn en 'iets' met kinderen, mensen, muziek en hulpverlening wilde doen. In die blauwe Corsa begon dat avontuur langzaam werkelijkheid te worden, zonder dat ik het in gaten had.



Ben jij één van de leerlingen bij wie ik in de periode 2009-2011 thuis les heb gegeven? ik zou het super leuk vinden om een berichtje van je te krijgen! Hoe gaat het nu met je en welke herinneringen heb je aan die tijd?



In de periode dat ik met mijn ondertussen befaamde Corsa door Zuid-Limburg reed om her en der les te geven, kwam ik ook op plekken waar ik andere muziekactiviteiten verzorgde. Zo kwam ik bijvoorbeeld in Cadier en Keer terecht om bij Stichting Jem Jam workshops te geven aan jonge en jongvolwassen verstandelijk -en lichamelijk gehandicapten. Als je in je 2e studiejaar zit en op eigen houtje al eens voorzichtig het werkveld induikt, ben je afhankelijk van mensen die je kansen geven en ervaring laten op doen. Dat kon bij Jem Jam. Want er zijn dagen geweest dat ik een workshop tot in de puntjes had voorbereid, maar het in de praktijk totáál niet werkte. Materiaal heb ik regelmatig thuis laten staan, snaren zijn gesprongen, teksten van liedjes vergeten en ga zo maar door. Af en toe heb ik de plank redelijk mis geslagen dus (niet alleen bij Jem Jam), maar van dat soort momenten leerde ik eigenlijk nog het meest. Dat geef ik mijn leerlingen nu zelf ook mee. Fouten maken is goed! Je wordt op de proef gesteld, uitgedaagd, je creativiteit wordt geprikkeld en je leert omgaan met onverwachte situaties.

In diezelfde periode ben ik gevraagd om de nieuwe pianiste van kinderkoor Vivace Eijsden te worden. Daar heb ik meteen ja op gezegd en al snel ging ik elke week, uiteraard met de Corsa, de Bukel af om samen met Miranda in zorgcentrum de Bron repetities te geven. Het bleek een belangrijke stap te zijn geweest, want ik heb het ‘koor-gebeuren’ sindsdien nooit meer kunnen loslaten. In de jaren erna nam ik ook in Mheer het kinderkoor over (met de onmisbare Tineke die elke repetitie koekjes, sinaasappelsap en overweldigende liefde kwam brengen) en startte in Sint Geertruid het jongerenkoor Joy dat momenteel nog steeds bestaat onder de naam Zangkoor Sing for Joy. Vorig jaar richtte ik kinderkoor Tsjakka! op. Een kans voor alle kinderen uit de gemeente om ongedwongen en zorgeloos te genieten van zingen en dansen.
Dat ik het zo belangrijk vind het zorgeloze te behouden is iets dat ik denk ik uit mijn reizen naar Uganda en Kenia heb gehaald. Daar zie je het overal, elke dag. Behalve de bekende uitspraak ‘hakuna matata’ (geen zorgen) roep ik regelmatig ‘pole pole’ (rustig aan). Het ongekunstelde en niet-binnen-de-lijntjes-kleuren passen wat mij betreft in datzelfde rijtje. Durf die remmen maar eens los te gooien! Geneer je niet op momenten dat je compleet jezelf kan zijn. En eentje voor de perfectionisten onder ons: een lied hoef je echt niet altijd perfect te kunnen zingen of spelen, als je er maar van geniet.

Ik woonde in dit tweede deel van terugblikken nog bij mijn ouders in Sint Geertruid. Een aantal leerlingen heb ik zelfs nog bij hen in de woonkamer les gegeven realiseer ik me nu! Geweldig. De laatste jaren dat ik nog thuis woonde was de zolderkamer mijn ‘domein’. Daar studeerde ik voor mijn havo-eindexamen, trok ik me als lastige puber terug, keek ik naar de maan en sterren, fantaseerde ik over een Volkswagen-busje en waar ik overal naartoe wilde reizen. Ik schreef er mijn eerste liedjes, mijn scriptie en hoogstwaarschijnlijk dat kleine Etalage-artikeltje waar het allemaal mee begon. Mijn ouderlijk huis zou ik verlaten in augustus 2010, een maand na mijn afstuderen. Tijd voor een eigen plek. Die vond ik in Eijsden. Het dorp waar ik me sinds dag één goed, welkom en thuis heb gevoeld.



Ken je mij nog van bij Jem Jam of zat jij in één van de (kinder)koren?
Misschien ben jij wel één van de weinige leerlingen die ik in mijn ouderlijk huis les heb gegeven. ik zou het super leuk vinden om een berichtje van je te krijgen! Hoe gaat het nu met je en welke herinneringen heb je aan die tijd?



Een van de bekende plekken in Eijsden is ´t Veldje. De rij flats die aan de zuidkant stond (met het paadje in de achtertuin als bekende grens tussen Breust en Caestert), staat er niet meer. Al voelde het wel zo, het flatgedeelte waar ik woonde stond officieel nét niet aan ´t Veldje, maar aan de Monseigneur Nolenstraat. Een kort verlengde van ‘t Veldje. Ouders van leerlingen uit Eijsden zeiden wel eens: ‘Oh! Daar tegenover de oude tandarts.’ En dan had ik geen idee, want ik was nieuw in het dorp. Maar ik loop vooruit op de feiten; we gaan even terug in de tijd.

Mijn vader is geboren en getogen in Eijsden en als gezin gingen we regelmatig de Bukel af om tijd in Eijsden door te brengen. Iedere zondag gingen we op bezoek bij ‘oma Eijsden’ en natúúrlijk gingen we er elk jaar Bronk vieren. In mijn herinnering stond dat voor mij in het teken van ‘kauw sjotel’ eten bij oma en spelen bij de kruisjes in Breust (want dat mocht toen nog). Toen ik op mijn zestiende mijn brommer rijbewijs haalde ging ik na schooltijd vaak via Eijsden naar huis om even bij oma binnen te lopen en op zaterdagochtend zat ik achter de kassa bij de Edah; in Eijsden. Ik kwam altijd graag in Eijsden en kan eigenlijk niet goed zeggen waarom. In Sint Geertruid ben ik geboren, opgegroeid, naar school gegaan, had ik vrienden en vriendinnen, maar ik heb nooit de behoefte gehad daar te blijven. Het voelde logisch en bijna vanzelfsprekend dat ik uiteindelijk in Eijsden zou gaan wonen.
Via, via kwam ik erachter dat er op ’t Veldje (en de Monseigneur Nolenstraat) flatgebouwen stonden die werden verhuurd volgens de Leegstandswet, omdat er op termijn een afbraak zou plaatsvinden. Al snel kon ik een bezoek gaan brengen aan één van de woningen in de flat aan de Monseigneur Nolenstraat. Er woonde toen nog een heel lieve vrouw (ik zie haar nog vaker lopen, maar ze herkent me helaas niet meer) en het was na een kop koffie en een koekje al snel zeker dat ik, zodra zij zou verhuizen naar de nieuwe seniorenwoningen in het centrum, in augustus 2010 kon gaan verhuizen.

Een slaapkamer richtte ik in als muzieklokaal, op het raam plakte ik de letters ‘Muziekpraktijk Edith Rutten’ en een half jaar later, op 19 mei 2011, besloot ik het bij de Kamer van Koophandel officieel in de boeken te laten zetten: “Eenmanszaak – Kunstzinnige vorming van amateurs”. Er was namelijk geen twijfel over mogelijk. Dit wilde ik. Eigen baas zijn, geen ‘9-to-5’ baan, elke dag anders, afwisseling en uitdaging. Tussendoor wil ik even een hulde brengen aan de verschillende (boven)buren die ik in die jaren heb gehad. Jullie hebben nooit geklaagd over alle leerlingen die dag in dag uit hun fiets voor de flat parkeerden, door ouders werden afgezet en het blauwe trapje op stormden. Dank jullie wel!
Het moet ook in die periode zijn geweest dat ik al regelmatig werd gevraagd om te zingen bij huwelijksceremonies, uitvaarten, doopvieringen, ed. Ik weet nog dat ik het altijd zo bijzonder vond wanneer ik daarvoor werd gevraagd. Nog steeds trouwens. Het zijn zo’n speciale, memorabele momenten met de meest uiteenlopende emoties en dat ik daar deel van mocht/mag uitmaken, een bijdrage aan mag en kan leveren, is zo mooi. Dat mensen mij dat vertrouwen geven, daar ben ik erg dankbaar voor.

Het aantal leerlingen liep na het ‘officieel maken’ van de Muziekpraktijk al snel op en het moment kwam dat ik niet meer bij zowel leerlingen aan huis als bij mij in de praktijk les kon geven. De reistijd kon gebruikt worden om nieuwe leerlingen aan te nemen. De Opel Corsa werd steeds minder gebruikt. Mijn deurbel des te meer. ‘De flat’; een plek waar ik een gewéldige tijd heb gehad en er voor de Muziekpraktijk veel eerste stappen werden gezet. Nu staat hij er helaas niet meer, maar de herinnering blijft. En Eijsden? Daar zal ik waarschijnlijk voor altijd blijven.



Ben jij één van de leerlingen die ik in de periode 2010-2015 in de flat les heb gegeven? Of heb ik de grote eer gehad te mogen zingen tijdens jullie huwelijksceremonie of een andere speciale gelegenheid? ik zou het super leuk vinden om een berichtje van je te krijgen! Hoe gaat het nu met je en welke herinneringen heb je aan die tijd?



In de laatste twee van de bijna zes jaar dat ik in de flat heb mogen wonen heb ik veel nummers geschreven. Meestal gebeurde dit ’s avonds laat of ’s nachts, vaak in combinatie met de meest goedkope rode wijn die de Plus in de schappen heeft staan. Voor de liedjesschrijver in mij is dit de meest ‘vruchtbare’ en inspiratievolle periode geweest. Ik heb die schrijfdrang tot de dag van vandaag niet meer zo gevoeld als toen. Bijna alle liedjes van mijn eerste (en enige) album Little Lights kropen toen ook uit mijn pen. Op twee na, waarvan On the Wing (deze schreef ik op mijn 17e in de trein) en Both Sides Now (dit is een cover van de grote Joni Mitchell waarvan de tekst al mijn eigen nummers samenvat).

Zo schreef ik één van de nummers na het overlijden van de moeder van mijn toenmalige ‘buurf’. Het verdriet rond die tijd bracht mij weer terug naar een moment toen ik 20 jaar was en mijn beste vriendin en ik een vriend hebben zien verongelukken. Daar heb ik nooit een woord over kunnen opschrijven. En ik schreef véél, bijna dagelijks. Niet in een geheim dagboek of iets dergelijks, maar in een klappertje. In de vorm van verhalen, anekdotes of liedteksten. Maar over dat ene moment kon ik nooit schrijven. Totdat ik bij mijn buurf als stilzwijgende troost op de bank zat en de woorden als het ware in mijn hoofd voor me werden klaar gelegd. Die nacht schreef ik het nummer in één keer op, met mijn eigen opgekropte herinnering in mijn achterhoofd waarvan de woorden eindelijk op papier kwamen te staan, maar gericht op iets dat eigenlijk voor iedereen geldt. Namelijk dat we verdrietige dagen niet mogen en hoeven te vergeten. Denk eraan terug, vergeet ze niet, haal er het goede uit. Over de titel hoefde ik ook niet lang na te denken. Dit werd The Words.
Ook schreef ik voor mijn toen nog kersverse vriend Ruud het liedje Pebble. Ik ben niet zo van het schrijven van de ‘I-love-you-and-I-never-wanna-lose-you’-nummers, daar zijn er al genoeg van. Dit nummer gaat er over hoe de liefde in de dierenwereld werkt en hoe geweldig leuk het zou zijn als wij bijvoorbeeld net als pinguïns de mooiste kiezelsteen op straat zouden gaan zoeken en deze elkaar zouden geven als ultiem liefdessymbool. Of het liedje ‘Magic Machine’; een nummer over avontuur, reizen en dat Volkswagen-busje waar ik al jaren over droomde. Een paar maanden nadat ik het nummer schreef stond die bus voor de flat. Geen Volkswagen, maar een grote, rode Ford met zwaailampen bovenop het dak. Ook wel bekend als Billie.

De nummers die ik schreef speelde ik nooit voor iemand. Hoogstens voor de toevallige luisteraar (de buren) of tijdens een gezellig feestje waar een glaasje wijn of twee wonderen kan doen. Toch kregen goede vrienden en familie me zo ver om ermee naar buiten te treden en een voorstelling te plannen waar ik voor het eerst mijn eigen nummers en de verhalen erachter ten gehore zou brengen. Dit gebeurde in september 2015 in het Pesthuys theater in Maastricht. De voorstelling was snel uitverkocht (ik snapte er oprecht niks van) en ik vond de spreekwoordelijke ballen om nog een tweede avond in de verkoop te gooien. Ook deze verkocht uit. Nu ik dit schrijf voel ik die kriebels nog. Hoe kon het dat zoveel mensen nieuwsgierig waren naar mijn nummers? Wie had er nou behoefte aan mijn verhalen over pinguïns, busjes en mijn liefde voor het heelal (‘Little Lights’)? Kon ik de verwachtingen wel waar maken? Ik kreeg antwoord op al mijn vragen en het waren de twee meest bijzondere avonden met alleen maar lieve mensen die een lach en een traan met me kwamen delen. Ik legde mijn hart volledig bloot, mijn kaarten op tafel. Doodeng. Maar heel vet. Dit smaakte naar meer.



Was jij bij één van de Little Lights-voorstellingen in het pesthuys theater in Maastricht? ik zou het super leuk vinden om een berichtje van je te krijgen! Hoe gaat het met je en welke herinneringen heb je aan die avond?



Het appartement in de flat huurde ik volgens de Leegstandswet dus ik wist dat er een dag zou komen dat er een brief op de deurmat zou liggen met het bericht dat ik moest gaan verhuizen. Met deze regeling krijg je 3 maanden de tijd om een nieuwe woning te zoeken. In zo’n korte tijd was het erg moeilijk een woning te vinden waar ik ook weer, net zoals in de flat, thuis les zou kunnen geven. Ik ging dus meteen op zoek naar een nieuwe praktijklocatie. Nieuws verspreidt zich snel in een dorp en met wat tips kwam ik uiteindelijk terecht bij het Ursulinenconvent in Eijsden. Nu dit prachtige gebouw niet langer in gebruik was als gemeentehuis zouden er vroegere kantoorruimtes beschikbaar zijn voor verhuur. Mijn vader vertelde me dat er vroeger door de nonnen ook pianoles gegeven werd. Hij zelf had er als kind ook elke dag tijdens de middagpauze pianoles gehad. Wat zou het leuk zijn als er na al die jaren weer wat muziek door dit gebouw zou klinken. Ik nam contact op en na een fijn gesprek was het al snel geregeld; per 1 februari 2016 zou de Muziekpraktijk in het Ursulinenconvent gevestigd zijn.

Net zoals ik mijn Corsa aankleedde met dekentjes en plantjes, deed ik dit met de ruimte in het Ursulinenconvent ook. Ik gaf dan wel niet meer thuis les, maar ik wilde wel dat het er voélde als thuis. Ik kocht via marktplaats een magnetron, koffieapparaat en waterkoker. Ook smeerde ik wat kleurtjes op de muren en kwamen er flink wat planten, tapijten, dekentjes, kaarsjes, posters, spulletjes uit Afrika, etc. Geen moment heb ik de flat als werkplek gemist, dit was een echte ‘upgrade’ voor de Muziekpraktijk. Ook kwam ik weer wat meer tussen de mensen. Eigenaren Leo, Sahar, Fabian en Sara stonden voor me klaar. Elke dag had ik een gezellige babbel met de vrijwilligers, ging ik soep eten in het museumcafé bij Robin, Danny en Esmaralda (waar ik zelfs mijn 30e verjaardag memorabel heb gevierd) én ik had er een geweldige buurman, Martin. Dank je wel Martin, ik heb me altijd vertrouwd gevoeld met jou en je mooie Glas-in-lood-atelier naast de Muziekpraktijk. Ook je opvolgster Helen was een fijne buurvrouw; met alle kinderen die bij ons in -en uitliepen hadden we een gezellig stukje Ursulinenconvent gecreëerd.

In dat jaar volgde er op ‘Little Lights-gebied’ ook een behoorlijk belangrijk moment. Ruud, mijn vriend, gaf me een dagje studio cadeau om eens te ervaren hoe het er aan toe gaat in een opnamestudio en om er voor mezelf mooie opnames van mijn eigen nummers aan over te houden. Met m’n piano, gitaar en ukelele ging ik op een koude novemberdag naar Heerlen toe. Met Marc Huynen klikte het meteen, hij begreep me en was enorm hulpvaardig. Aan het einde van de middag vroeg Marc me wat ik van plan was ermee te gaan doen. Dat ik het puur voor mezelf wilde houden vond hij heel jammer en zonde, waarom zou ik dit niet willen delen? Hetzelfde gevoel als bij de voorstellingen in het Pesthuys theater bekroop me. Wie wil er nou een cd met mijn liedjes? Familie en vrienden zeggen altijd wel dat ze je liedjes mooi vinden, maar vinden mensen die mij niet kennen dat ook? Mensen die puur naar de liedjes luisteren omdat ze ze mooi vinden, niet omdat ze mij leuk en aardig vinden. Marc kende mij niet, zit al jaren in het vak en zijn opmerking kwam onverwacht maar had ik wel nodig om die knoop door te kunnen hakken. Dus ik ben nog één dag terug de studio ‘ingedoken’ om Both Sides Now in te spelen en wat tweede stemmetjes in te zingen. Marc heeft het prachtig gemasterd, een betere producer kon ik me op dat moment niet wensen. Via hem kwam ik terecht bij Lex Nelissen die met zijn platenlabel ervoor zorgde dat mijn album op de markt kwam. Bizar hoor, die periode. In heel korte tijd had ik een cd in mijn handen met mijn eigen nummers erop en er zijn nog steeds mensen die er graag naar luisteren. Oók mensen die mij niet kennen. Heel onwerkelijk en bijzonder.



Ben jij één van de leerlingen die in de periode 2016-2020 les heeft gehad in het ursulinenconvent? ik zou het super leuk vinden om een berichtje van je te krijgen! Hoe gaat het nu met je en welke herinneringen heb je aan die tijd?



In mijn terugblikken heb ik af en toe al wat mensen bedankt voor het een of het ander. In deze terugblik ga ik de tijd nemen om dit eens goed te doen. Want achter de naam Muziekpraktijk Edith Rutten zitten een hoop andere namen verscholen waar ik veel aan te danken heb. Tijd om deze mensen eens in het zonnetje te zetten.

Allereerst bedank ik natuurlijk mijn ouders, Laur en Anja. Naast het feit dat muziek me met de paplepel ingegoten werd, hebben ze altijd in me geloofd en hebben ze me gesteund in alle keuzes die ik maakte wat werk en toekomst betreft. ‘Zorg dat je iets doet wat niet veel mensen kunnen’ hoorden we thuis regelmatig. Ik geloof dat dit nog de wijze woorden zijn van opa Mathieu Rutten, onder veel van de lezers bekend als het vroegere schoolhoofd in Eijsden. Dit heeft me ergens ‘along the way’ toch wel geïnspireerd. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik iets ging studeren waar mijn passie lag en dankzij die steun heb ik de perfecte keuzes kunnen maken en sta ik waar ik nu sta. Dat realiseer je je jaren later pas. Bedankt, pap en mam. Voor alles. Bij broer Stan en zus Inge kan ik ook altijd terecht. Bij de een voor heel andere dingen dan bij de andere, maar ze zullen altijd voor me klaar staan. Ik bedank natuurlijk ook Ruud. Samen speelden we geregeld tijdens huwelijksceremoniën en uitvaarten, maar hij helpt me ook vaak genoeg achter de schermen als ik zelf ergens niet uit kom. Mijn ‘stille kracht’, zoals ze dat noemen. Hij helpt me met financiële zaken, het slepen van instrumenten, teksten nakijken (ook elke terugblik laat ik voordat ik hem uitbreng eerst door hem lezen) en ik kan altijd bij hem terecht voor advies of om te sparren over nieuwe ideeën.
Dan wil ik graag mijn muziekdocenten op het Sint Maartenscollege bedanken. Zij maakten het vak muziek, zeker toen ik het als keuzevak in de bovenbouw had, reuze interessant. Ze gaven me de vrijheid mijn eerste eigen nummers te gebruiken bij praktijkopdrachten. Eén nummer werd zelfs door mijn docent voor orkest gearrangeerd en voerden we uit tijdens de jaarlijkse Revue. Als volgende mag ik natuurlijk niet mijn vervolgopleiding vergeten en alle mensen met wie ik die geweldige periode heb mogen delen. Mijn oom Marc die destijds afdelingshoofd was, mijn docenten, stagebegeleiders en mijn geweldige klasgenoten! We waren een bijzonder hechte groep en deelden niet alleen onze studie, maar ook alle lief en leed met elkaar. Ik bedank zéker mijn beste vriendin Imke, met wie ik zoveel bijzondere momenten heb meegemaakt dat ik niet eens weet welke ik moet opnoemen.
Ook wil ik de weinige werkgevers die ik heb gehad bedanken. Hoewel ik niet ben verder gegaan in deze werkvelden heb ik wel belangrijke lessen van jullie geleerd; doorzettingsvermogen, afspraken nakomen, verantwoordelijkheid geven en nemen, het opzij zetten van je principes en ‘gèèt neet besjtèèt neet’. Ik bedank mijn buren aan de Monseigneur Nolensstraat met in het bijzonder Ghis. Johanna en Piet van Jem Jam, Miranda van Vivace, (bestuurs)leden van Vivace, ’t Kuerke, (Sing for) Joy en Tsjakka. Al mijn leerlingen! Mijn neef Cyril voor het maken van de eerste website en neef René voor het ontwerpen van het logo. Bijzondere mensen als Tineke Mans kun je niet genoeg bedanken. Alle leerlingen en leerkrachten van OBS Mesch. De diverse uitbaters bij wie ik alle leerlingenconcerten heb mogen organiseren: Café ’t Piepke, Heerlijkheid Breust, ’t Kelderke en natuurlijk het Ursulinenconvent. In de mooie kapel van het Ursulinenconvent heb ik ook de cd-presentatie van Little Lights gehouden. Iedereen die daarbij aanwezig was: bedankt! Stan Spauwen bedank ik voor de presentatie, Fons Bessems en Marc Rutten voor het geluid en mijn nicht Rosine voor de prachtige foto’s die ze die dag maakte. Fons, bij jou kon ik de afgelopen jaren meermaals terecht voor materiaal en/of het verzorgen van het geluid tijdens leerlingenconcerten. Bedankt daarvoor.

Dan sluit ik af met alle ouders die hun kinderen de kans geven om op te groeien met muziek. Dank jullie wel! Muziek maken is zoveel meer dan muziek maken. Kinderen kunnen hun emoties erin kwijt en het helpt ze met hun gevoelens om te gaan. Het bevordert o.a. de concentratie, het samenwerken en helpt bij de spraak -en taalontwikkeling. Niet alleen kinderen hebben er baat bij natuurlijk. Ook bij de jongvolwassen en volwassen leerlingen zie ik het. Het doet zoveel meer. Het geluk dat ik daar elke dag onderdeel van mag zijn, daar ben ik nog het meest dankbaar voor.



Was jij bij de cd-presentatie van little lights in het Ursulinenconvent in Eijsden? ik zou het super leuk vinden om een berichtje van je te krijgen! Hoe gaat het nu met je en welke herinneringen heb je aan die dag?



Tijdens de periode dat de Muziekpraktijk in het Ursulinenconvent gevestigd was, 2016-2020, heb ik naast het lesgeven ook mogen meewerken aan een aantal heel mooie projecten.
Met creatief bureau Viastory bijvoorbeeld. Van hen kreeg ik de vraag of ik mee wilde werken aan hun project ‘Dichtbij het leven’. Ik kende al een aantal van de vorige edities rondom dit thema en ik was erg onder de indruk van de beelden, de interviews en hoe mooi ze de verhalen van inwoners uit de gemeente wisten vast te leggen. De opnamedag draaide rondom mijn herinneringen aan de dialect taal (n.a.v. mijn bijdrage aan de Kal Plat-campagne) en waarom ik vind dat “dialect bie oos tradities huurt”. Wat ontzettend leuk was dat. Het eindresultaat (te bekijken bij 'De Praktijk') is echt een bijzondere herinnering geworden.
Rond diezelfde tijd werkte ik met Slagwerkensemble Sint Gertrudis (een gewéldige groep met veel vroegere dorpsgenoten) toe naar het LBT concours. Zingen met een slagwerkensemble was helemaal nieuw voor me, maar dit was zó bijzonder en leerzaam. Toen we die periode van repetities, (oefen)concerten en het behalen van de Limburgse titel mochten afsluiten met een 1e plaats bij de Nederlandse Kampioenschappen was het natuurlijk helemaal feest!
De cd-presentatie van Little Lights vond plaats op 26 maart 2017 en hoort absoluut ook thuis in dit rijtje van projecten waar ik nog vaak aan terug denk. Een emotionele dag was dat. Zo een dag waar je helemaal van top tot teen ‘in zit’. Een warm bad noemen ze dat, toch? Ja, een warm bad was het zeker. Met Badedas. En heel veel kaarsjes.

Meziek Preuve ien Breusj en Pop on Top in Valkenburg zal ik ook niet snel vergeten. Net zoals bij het project met het Slagwerkensemble duik je in dat soort optredens zonder dat je van te voren enig idee hebt wat je kunt verwachten en hoe het gaat verlopen; dat kan soms best spannend zijn. Maar gaandeweg heb ik geleerd dat je sommige kansen echt met beide handen moet grijpen en die sprong moet wagen. De ervaring en energie die je daar weer uit haalt, daar kan weinig tegenop.
Ik kreeg in september 2018 de grote eer om met het Mergelland Mannenkoor mee te gaan naar Washington D.C. om het koor op piano te begeleiden tijdens een reeks optredens. We traden o.a. op bij de Nederlandse Ambassade, de Market Garden herdenking bij het Nederlands Carillon, tijdens de kranslegging bij het WW II Memorial monument en bij het AWON-gala (American WW II Orphans Network; de leden hiervan zijn (klein)kinderen van de Amerikaanse soldaten die liggen begraven op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten). Een ontzettend indrukwekkende, ontroerende en bijzonder gezellige reis. Absoluut één van de hoogtepunten van de afgelopen 10 jaar. Een jaar later werkte ik mee aan het concert ‘Ode aan de Vrijheid’; een concert ter ere van 75 jaar vrijheid. Kinderen uit de hele gemeente konden zich aanmelden voor het project-kinderkoor en ik werkte met deze geweldige groep aan drie nummers die we in Mesch samen met heel veel muzikanten uit de gemeente ten gehore hebben gebracht. Uit dit projectkoor is naderhand Tsjakka! ontstaan en nog steeds is ‘Iedereen is van de wereld’ een grote hit die we bijna elke repetitie wel even zingen en dansen.

De kleinere, maar zeker niet minder leuke, projecten waren in die jaren in opdracht van o.a. Brightlands, Cittaslow, 4Limburg en Maastricht University. Het jubileumconcert ter ere van 10 jaar Pieterke
waar ik aan mocht meewerken was ook onvergetelijk. Zo een gevarieerde aanvragen, zo veel plekken waar je uitgenodigd wordt en zo veel verschillende soorten mensen die je leert kennen. In deel 3 van mijn terugblikken schreef ik nog: ‘Dit wilde ik. Eigen baas zijn, geen ‘9-to-5’ baan, elke dag anders, afwisseling en uitdaging.’ En dat is precies waar het op is uitgedraaid. Love it!



Was jij, als deelnemer of toeschouwer, aanwezig bij één van de projecten/concerten waar ik aan heb meegewerkt? ik zou het super leuk vinden om een berichtje van je te krijgen! Hoe gaat het nu met je en welke herinneringen heb je aan die tijd?



Deze reeks terugblikken is begonnen met het idee om alle momenten die met de tijd wat vervaagd en vergeten zijn, nog eens terug te halen. Dat is goed gelukt. Alles kwam weer terug; van mijn Opel Corsa tot het Ursulinenconvent en alles daar tussen in. Mensen die me geholpen, gesteund en vertrouwd hebben. Leerlingen, jong en oud, die me elke dag weer een reden gaven om met het meeste plezier ‘naar mijn werk te gaan’. Nu ik die 10 jaren weer op mijn netvlies heb staan, is het tijd om af te sluiten met een laatste terugblik.

Zes jaar geleden werd me in een interview gevraagd wat mijn dromen voor de Muziekpraktijk waren en toen was ik van mening dat het best spannend is om te dromen over iets wat eigenlijk al een uitgekomen droom ís. Ik had het gevoel dat er niets meer te wensen was. “Wat er nog komt, dat komt er en dat is meegenomen”, zei ik toen. In de jaren na dat interview is de praktijk flink gegroeid, maar dat gevoel van toen heb ik vandaag de dag nog steeds. In het Limburgstalig liedje Greuje, dat ik voor mijn petekind Isa schreef, zing ik: “Och dich zals goeën oe ste huurs te goeën, ’t gaet waol wie ut gaet”. Dat geldt ook voor mezelf. Ik ben een dromer, maar ik neem alles zoals het komt. Het gaat zoals het gaat en uiteindelijk komt alles goed. Het staat vast in de sterren geschreven.
Daarnaast is het wel zo dat als ik iets écht graag wil, ik zorg dat ik de klus ook geklaard krijg. Hóe dit gebeurt en hoelang ik er over doe is niet van belang. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. De wegen er naar toe zijn soms nog het mooist, dus ik blijf de komende jaren nog volop genieten van het ‘onderweg zijn’. Ik blijf springen!

Na vier jaar in het Ursulinenconvent te hebben gewerkt, is de praktijk in augustus 2020 voorlopig voor de laatste keer verhuisd; weer terug aan huis. Het cirkeltje is rond en wat mij betreft is dit voorlopig de laatste ‘upgrade’ voor de Muziekpraktijk. Niets meer te wensen. Ik ben een gelukkig, tevreden en dankbaar mens.